Traditioneel Brabants wipschieten.
Het schieten op de wip is een typische Brabantse vorm van wedstrijdschieten. Er wordt geschoten op een metalen buis van ongeveer 25 mm doorsnee waarop een metalen plaatje ligt, de wip. Die wip varieert in hoogte van ongeveer 10 tot 5 mm. Elke schutter moet in drie schoten drie keer de wip eraf schieten om door te kunnen gaan naar de volgende ronde. Degenen die een of meerdere missers hebben gaan dus niet mee naar de volgende ronde. Elke ronde wordt de moeilijkheidsgraad opgevoerd door de schutters op een kleinere wip te laten schieten. Uiteindelijk levert dat aan het einde van de wedstrijd een winnaar op. Het wipschieten vindt plaats zowel individueel als met viertallen of korpsen (ook vier personen).
De wedstrijden voor het geweer worden op schietbomen van minimaal 15,75 m hoog geschoten. Elke boom is voor de veiligheid voorzien van een kogelvanger. Het schietterrein is afgezet. Alleen de schutters die aan de wedstrijden deelnemen mogen onder de schietbomen komen. Het publiek kan de wedstrijden vanaf een kleine afstand -achter de dranghekken- volgen. Er wordt geschoten met enkelschots geweren, zowel klein kaliber .22 (6mm) als groot kaliber, (Brabants, 11mm). De geweren worden opgelegd op een steun of in een affuit zodat men zeker in de kogelvanger schiet.